Actueel

Landelijke traumaregistratie: data geven nieuw inzicht in traumazorg

12 juni 2014
Landelijke traumaregistratie: data geven nieuw inzicht in traumazorg
Met de landelijke traumaregistratie is het mogelijk te bekijken hoe snel de traumapatiënt professionele hulp ontvangt, of de patiënt op de juiste plaats wordt behandeld en hoe de ziekenhuizen het qua uitkomst (mortaliteit) doen ten opzichte van de norm en elkaar.
In 2012 is de LTR uitgegroeid tot een nagenoeg landelijk dekkende kwaliteitsregistratie met een participatiegraad van 96% van de afdelingen Spoedeisende hulp. Op 11 juni is tijdens het symposium ‘Landelijke Traumaregistratie: wat zeggen de data?’ een rapport met de informatie over de jaren 2008 – 2012 gepresenteerd. Ook zijn voor het eerst factsheets uitgereikt met kerngetallen over heupfracturen en ernstig gewonde patiënten.

Nieuwe inzichten in de traumazorg keten

Het rapport toont dat in 2012 ruim 76.000 klinische ongevalpatiënten zijn geregistreerd. Hiervan waren meer dan 4.800 patiënten ernstig gewond (multi-traumapatiënten).

Voor het eerst is de spreiding van de opvang van traumapatiënten over de traumacentra en de regionale ziekenhuizen gepresenteerd. Hieruit blijkt dat de traumacentra duidelijk hun primaire rol vervullen in de opvang van ernstig gewonde ongevalpatiënten. Maar ook de regionale ziekenhuizen leveren een substantiële bijdrage aan de traumazorg. Zij hebben 78% van de klinische ongevalpatiënten opgevangen.

Nieuw zijn ook de gegevens over de prehospitale doorstroomtijden van de ambulance. De ambulance arriveert in gemiddeld 9 minuten bij de patiënt op de ongevallocatie. Dit is ruim binnen de landelijke 15-minuten norm. Door de toevoeging van deze informatie in het rapport wordt de gang van de patiënt door de traumazorgketen op een volledigere wijze in beeld gebracht

Ook toont het rapport de uitkomst evaluatie, op basis van ziekenhuismortaliteit, voor de elf regio’s. Uit deze evaluatie blijkt dat de Nederlandse traumazorg in vergelijking tot Amerikaanse referentiewaarden goed is

 

In aanvulling op het rapport belichten de factsheets twee patiëntencategorieën nader: patiënten met een heupfractuur en ernstig gewonden patiënten. Hieruit blijkt dat 1 op de 5 ongevalpatiënten een heupfractuur heeft en dat deze fracturen vooral voorkomen bij ouderen. 85% van de heupfracturen worden behandeld in regionale ziekenhuizen. De factsheet over de ernstig gewonden toont regionale verschillen in de mate waarin ernstig gewonden zijn opgevangen in een traumacentrum. Stof voor discussie tijdens het symposium en deze bevindingen zullen nader onderzocht worden.


De volgende stap

Fred Krapels die het rapport en de factsheets namens de minister van VWS in ontvangst nam gaf aan dat de LTR maat en getal geeft aan de keten van de acute traumazorg, hij ziet de LTR als een voorbeeld registratie voor andere acute zorg aandoeningen. Volgens Krapels biedt de informatie uit de LTR veel aanknopingspunten voor preventie, verbetering van kwaliteit en doelmatige inrichting van zorg. Ook riep hij op tot meer transparantie over de uitkomsten per instelling zodat men van elkaar kan leren om de kwaliteit van de traumazorg te optimaliseren. Hij sprak zijn steun uit voor de ambities van het LNAZ voor doorontwikkeling van de LTR met normen van de wetenschappelijke verenigingen en metingen van het patiëntenperspectief. Dagvoorzitter mr. Jos Aartsen sloot het symposium dan ook met de toezegging dat het LNAZ zich met haar leden en partners zal inspannen de landelijke traumaregistratie op een nog hoger niveau te brengen. Aandacht zal zijn voor nader onderzoek en analyse, want traumazorg is uiteindelijk van levensbelang.


Factsheet LTR acute ziekenhuisopnames heupfracturen


Factsheet LTR ernstig gewonde patiënten


Landelijke rapportage LTR 2008 - 2012



Terug naar nieuwsoverzicht

colofon     |     disclaimer