Afhankelijk van de zorgvraag wordt de patiënt ter plaatse behandeld, vervoerd naar een traumacentrum, SEH of dichtstbijzijnde ziekenhuis.
Na de operatie wordt de patiënt eventueel overgeplaatst naar de afdeling Intensive Care.
Het is van levensbelang dat een patiënt met een acute zorgvraag zo snel mogelijk op de juiste plaats medische zorg krijgt.
De centralist stelt de zorgvraag vast en zet de benodigde hulpdiensten in.
Op de plek van het ongeval beoordelen de medische teams welke zorg de patiënt direct nodig heeft en welke behoefte aan ziekenhuiszorg er is.
Het ambulanceteam of MMT draagt de patiënt over aan het multidisciplinair SEH-team.
De hulpdiensten gaan naar de plek van het ongeval.
Ziekenhuizen, GGD-en, de regionale ambulancevoorzieningen (RAV) en huisartsenposten bereiden zich gezamenlijk voor op rampen en crises. Met het programma Crisisbeheersing en OTO (Opleiden, Trainen en Oefenen) wordt de kennis en expertise van hulpverleners verder ontwikkeld. Daardoor kunnen zorginstellingen zich steeds beter voorbereiden op hun taken tijdens een grootschalig incident. Want juist dan is een gecoördineerde inzet van veel partijen vereist om verantwoorde hulp te bieden en de schadelijke gevolgen van de catastrofe zoveel mogelijk te beperken.
Professionalisering
Bij grootschalige incidenten is het van levensbelang dat hulpverlening snel op gang komt en effectief is. De zorgsector is de laatste jaren bezig met een professionaliseringsslag. De overheid stimuleert deze ontwikkeling in de voorbereiding op rampen. Doel van het programma is dat de zorgsector nauwer en beter samenwerkt bij rampen en dat de expertise verder wordt ontwikkeld en gebundeld. Door medewerkers van zorginstellingen op te leiden, te trainen en te laten oefenen maakt de zorgsector een kwaliteitsslag in de voorbereidingen op rampen en crises. Deze professionaliseringsslag vindt plaats op regionaal niveau en wordt gecoördineerd binnen het acute zorgnetwerk.
Beheersing van moderne complexe crises
Een belangrijke aanleiding voor het programma is de toegenomen landelijke aandacht voor de opvang bij rampen en crises. De vuurwerkramp in Enschede, de café brand in Volendam, de vliegtuigramp van Turkish Airlines zijn daarvan enkele voorbeelden. De focus van bestuurders en operationele diensten is steeds meer gericht op beheersing van moderne crises met complexe scenario’s. Voorbeelden zijn onder andere volksgezondheidscrises zoals Q-koorts en grieppandemie, veterinaire ziekten als vogelgriep en varkenspest, ernstige overstromingen, uitval nutsvoorzieningen, ongevallen met gevaarlijke stoffen (CBRN) en terrorisme. Deze typen crises vergen een andere benadering in denkwijze, opschaling, leiderschap en aanpak. Niet alleen voor het openbaar bestuur en zijn operationele diensten, maar zeker ook voor de zorginstellingen die een belangrijke rol vervullen in de beheersing van deze crises.
Landelijk Beleidskader Crisisbeheersing en OTO 2.0
Het beleidskader beschrijft de verantwoordelijkheden van de verschillende gremia op landelijk en regionaal niveau om optimaal inhoud te kunnen geven aan het Programma Crisisbeheersing en OTO.
De drie beleidsuitgangspunten tot en met 2019 zijn: