OTO

Kwaliteitskader Crisisbeheersing en OTO 2.0

Zorgketenpartners werken in het landelijk programma Crisisbeheersing en OTO samen aan een adequate voorbereiding van de zorgsector op rampen en crises. Om meer expliciet aan te kunnen geven welke activiteiten minimaal nodig zijn is het Kwaliteitskader Crisisbeheersing en OTO ontwikkeld. Het kader is inmiddels geëvalueerd en aangepast. Dit heeft geresulteerd in Kwaliteitskader Crisisbeheersing en OTO 2.0.


Evaluatie Kwaliteitskader

Bij de ontwikkeling en introductie van het Kwaliteitskader is een duidelijke ambitie neergelegd; een kwaliteitskader dat aansluit bij de dagelijkse praktijk. Reden om vorig jaar het Kwaliteitskader te evalueren. Dit is gebeurd aan de hand van evaluatiesessies op het niveau van de ROAZ-regio’s. Voor de sessies is een evaluatiegroep uitgenodigd die minimaal bestond uit: ROP-coördinatoren en crisiscoördinatoren van de verschillende sectoren: ziekenhuizen, GGD’en, ambulancezorg en huisartsenposten. Zij hebben geadviseerd over drie elementen uit het kader: de normen, de Zelfevaluatie en de intercollegiale visitatie.

Ook de voorbereiding op rampen en crises is volop in ontwikkeling evenals de ontwikkelingen op het terrein van crisisbeheersing. Integrale planvorming is daarbij niet langer een trend, maar dagelijkse praktijk. Reden te meer om het kwaliteitsmodel in te bedden in de totale organisatie. Waarbij ruimte is voor de visie van de organisatie op crisismanagement, mede gebaseerd op de regionale en interne risicoanalyse.


Aangepaste versie: Kwaliteitskader Crisisbeheersing en OTO 2.0

In het Kwaliteitskader Crisisbeheersing en OTO 2.0 is duidelijk aandacht voor de borging van het kwaliteitskader in de organisatie. Daarnaast is gezorgd voor de inbedding van het kwaliteitsmodel volgens de PDCA-cyclus. Het accent dient naast het maken en uitvoeren van plannen ’Plan’ en ‘Do’ ook te liggen op het kijken 'Check' of deze plannen aantoonbaar zijn geïmplementeerd en vervolgens om verbeterplannen op te stellen en daar naar te handelen 'Act'. Als laatste belangrijke aanpassing geven normen antwoord op ‘wat’ een organisatie moet regelen en niet ‘hoe’ een organisatie dat moet doen.


Tien normen

Het nieuwe Kwaliteitskader heeft minder normen. Het zijn er tien. De normen die van kracht zijn voor het veld zijn duidelijker geformuleerd. De Inspectie voor de Gezondheidszorg toetst of organisaties aan deze tien veldnormen voldoen. Bij elke norm horen prestaties die richting geven en daarmee organisaties in staat stellen de norm te realiseren. Naast de normen worden ook aangepaste instrumenten aangeboden in dit Kwaliteitskader; de Zelfevaluatie en de intercollegiale visitatie. De Zelfevaluatie is genormeerd, de intercollegiale visitatie is als richtlijn bedoeld. De resultaten van deze analyses dienen vervolgens om verbeterprocessen door te voeren. Dat geldt ook voor inzichten uit evaluaties van OTO-activiteiten en daadwerkelijke inzet.

De komende twee jaar worden gebruikt om te voldoen aan de normen in het Kwaliteitskader, zodat op 1 januari 2019 organisaties samen aantoonbaar voorbereid zijn.


colofon     |     disclaimer